de poëzie van en naar huis: Claus / Ter Balkt


Het gedicht van Claus is, zeker in Vlaanderen, bijna overbekend (mede door de versie van Absynthe Minded). Het was voor mij in elk geval één van de eerste gedichten waar ik erg me bewust van was. Wat opmerkelijk is voor een gedicht dat klinkt als een uitdrukkelijk 'vaarwel en tot nooit meer' aan de poëzie, de slotstrofe, het envoi dus, van een oeuvre, waarvan afstand wordt gedaan 'voor het te laat is' ('ik wil niet wachten tot hun tenen koud zijn'). Claus becommentarieert en bespot zijn eigen 'verzen' met humor, verwijst naar z'n eigen spelplezier met registers (ordinair of al te nobel) terwijl hij de verzen het ''huis uit' stuurt.  Regel 2, 3 en 4 van de laatste strofe laten me nog altijd wat in het ongewisse. Ik vermoed dat het een kritiek is op het idee dat een gedicht 'voor de eeuwigheid' zou kunnen zijn. Die 'haar' op het einde: de nog toekomstige lezer? De muze? 


Hugo Claus - Envoi

Mijn verzen staan nog wat te gapen.
Ik word dit nooit gewoon. Zij hebben hier lang
genoeg gewoond.
Genoeg. Ik stuur ze 't huis uit. ik wil niet wachten
tot hun tenen koud zijn.
Ongehinderd door hun onhelder misbaar 
wil ik het gegons van de zon horen
of dat van mijn hart, die verraderlijke spons die verhardt.

Mijn verzen neuken niet klassiek,
zij brabbelen ordinair of brallen al te nobel.
In de winter springen hun lippen,
in de lente liggen zij plat bij de eerste warmte, 
zij verzieken mijn zomer
en in de herfst ruiken zij naar vrouwen.

Genoeg. Nog twaalf regels lang op dit blad 
hou ik ze de hand boven het hoofd
en dan krijgen zij een schop in hun gat.
Ga elders drammen, rijmen van een cent,
elders beven voor twaalf lezers
en een snurkende recensent.

Ga nu, verzen, op jullie lichte voeten, 
jullie hebben niet hard getrapt op de oude aarde
waar de graven lachen als zij hun gasten zien, 
het ene lijk gestapeld op het andere.
Ga nu en wankel naar haar
die ik niet ken


H.H. Ter Balkt - Ga naar huis poëzie


Ga naar huis Poëzie, ga naar huis.
De weg was lang, 't weer werd slechter.
Je zong het zwarte water uit zijn hol
en nu zing je 't eindelijk terug.


Je was verdwaald zeg je, al zo lang;
zeker in dat donkere bos van jou,
waar toen opeens alles om draaide.
Hou toch op met die flauwekul.


Arnaut Vidal met 't Gouden Viooltje,
de vrek Dante, tot twee keer onthoofd,
dat wil zeggen, bijna! Malariamuggen
zijn uitgezongen en de zon schijnt.


Je was verpletterd door de telramen,
door de leugenaars en hun raderen;
door stroperige elixers en hun hik;
je woonde in een cul de sac leek 't.


Van armoe wou je weer oraal worden
en carnivoor, net als eens in 't bos.
De bijlen grinnikten, de galgen lachten.
Krak... sprak alweer de sleutelbaard


bij de poort van het Zwarte-Wagenpark.
Zijn wagens zullen nooit meer rijden.
Je was jaren in slecht gezelschap.
Je zenuwgestel liep averij op...


Bedenk, Poëzie, alles begon met jou
en de leegte was nooit jouw paleis:
de uitgeblazen ruimte, de ijzige kou,
de augurenhal niet noch de danshal.


Je wilt van een woud niet meer weten.
Ik heb altijd al rond horen zingen
waar jouw verblijf is: achter de bergen.
Ga naar huis, Poëzie, en neem mij mee.




Ander verhaal bij Ter Balkt. Een minder gekend gedicht, denk ik. Hoeveel faam heeft Ter Balkt eigenlijk in Vlaanderen? In Nederland is hij, zeer terecht, veel bekroond. Al heb ik geen idee of dat ook betekent dat hij veelgelezen is. Zo nee: jammer, want hij is van GOAT-niveau. Eind vorig jaar verscheen nog Stilstaand leeft alles hier, een door Alfred Schaffer gedirigeerde bloemlezing uit zijn werk.  Een aanrader voor de nieuwsgierige die zich waarschijnlijk niet zomaar in de Anti-canto's wil storten.

Nu: het gedicht. Hier zijn het niet slechts 'zijn verzen', maar 'Poëzie', met hoofdletter, dat bevolen wordt naar haar huis terug te keren, eerder dan het huis van de dichter te verlaten. Poëzie heeft in de visie van Ter Balkt schade opgelopen zo lijkt het, aan 'telramen' en 'raderen'. Ter Balkt verwijst naar Dante's donkere bos/ woud en weg, maar wijst ze expliciet af ('Hou toch op met die flauwekul.') Ter Balkt lijkt de Poëzie te bevelen zich te herbronnen, weg van de moderniteit (weg van wagenparken, danshallen etc). Ik vermoed dat Ter Balkt Dante vereenzelvigt met het begin van de moderniteit in de poëzie en vreest dat die haar verarmt heeft. Toch lijkt zijn vertrouwen in de poëzie nog ongeschonden ('alles begon met jou'). Zij moet enkel haar verblijf, haar huis terugvinden, 'achter de bergen' (buiten de civitas?). Daar moet zij heen, volgens Ter Balkt de balker liefst, met hem aan de hand.

Reacties