C.B. Vaandrager - (maraton)


(maraton)

Man met hamer: yogurt in de bene.
Iets kleins en goedkoops: anbieding.
Spit in regelgeving.
Al is het nog zo moeilijk.
As het eg nie anders kan.

Ik moet overzigtelijk zijn.
Ik moet tijd neme.
Ik hep minder geld.
Ik moet kreatief zijn.
Ik moet sportief zijn.
Ik moet van weinig iets kunne make.
Ik moet handig zijn.
Ik moet gedisciplineerd zijn.
Ik kan ook met mezelf afsprake make.
Ik kan nagaan.

Ik sprite makkelijk betaling
Ik betaal veel meer.
Ik werk mezelf in neste.

Werkelijkheid is anders.
Werkelijkheid is kouder.

Ik verslik mijn in termijnlengte.
Ik ga over tot betale.

Ik moet behoorlijk an bel trekke.
Ik moet altijd in verzet gaan.

Ik moet verweer voere.
Ik moet namelijk bezwaar make.
Ik moet de boel uitlegge.;

Ik hoef de deur niet uit.

Ik kan trugsture.
Ik kan probleme vooruit sguive.

Ik moet kieze.

Ik kan maar I keer uitgeve
Ik hep met heel andere keuzes te make.
Ik kan hoop ellende bespare.
Ik hep wijnug speelruimte.

Ik kan heel goed met geld omgaan.
Ik kan nie anders.
Ik kan nie nonsjalant omspringe.
Ik kan oplossinge gaan zoeke.

Ik ben genijgt te kope.

Ik moet passende maniere vinde.

Ik weet van mezelf.

Ik kan probere.
Ik kan zien wat overblijf.
Ik kan gestruktureerd gaan uitgeve.

Ik wil tog leuke dinge doen.

Ik kan same gaan ete.
Ik kan overwege.
Ik kan geen kant meer uit.;
Ik moet me realizere.
Ik kan me lang nix permittere.

Stel, ik heb hart nodig.
Het is natuurlijk droevig.
Ik vin het eng.

Ik kan vrage.
Ik kan wagte.
Ik kan elke ogtund belle.
Ik kan informere, wanneer ik maar dénk.
Ik kan afsluite.

Het is te gek voor woorde.
Ik kan het zo gek niet verzinne.


(uit: Sampleton (De Bezige Bij, 1990))

Reacties