David Schubert - Huize Midston (vertaling)


Wat nodig is, is een techniek
Voor spreken, denk ik, terwijl ik het elektrische licht
Aan klik. Maar niet de gebrekkige
Woordenschat van onze ervaringen, de
Oppervlakte-irritaties die opstapelen,
Zich schragen tot een stad — maar de uitdrukking,
In volle metamorfose,waarvan ze
De metafoor zijn — en hun verandering in licht.

            Op de bus naar Huize Midston
Overzie ik de mensen temidden van hun acties
Ze zijn vredig en tam; dit is het heen-en-weer
Praatgrage kostuum van meisjes en eten, mannen
En werk en huis. De verzekering
Van maniertjes is circulair, zoals
Democratie ineengeweven plichten kent,
Circulaire gehoorzaamheden.

            Toch, hoe transformeer je de continue
Vallende wolken energie, naar licht? De vitale
Kennis van de man die ik bezoeken
Ga — weet hij het? Ik
denk aan hoe de scherpe
Scheiding van mijn levenstaak — verminkte voorvallen
Wekten in mij net geen
Lypothermie van verdriet en een holte in
De dagen, waaruit woedende slagtanden groeiden, mijn eigen
Lycantropie — bij god, gelukkig is het voorbij!

            Ik ben van mijn job ontslaan door vlammen, groots
Als kwade gewetens: Ik kan
Niets: ik heb niet één talent! Deze man,
Die ik opwacht in de lobby — heel mijn leven wacht ik al
Op iets dat niet plaatsvindt — zal hij
Bestaan?

            De wet van het leven, velt als een abstracte
Strenge advocaat een angstwekkend oord-
Eel over kleine arme ik, in een vreemd onbekend
Syllogisme. hij bedriegt me! hij zal
niet aan de afspraak beantwoorden!

            Zijn oprechtheid
Weerlegt mijn vermoeden. Wat kan ik zeggen, dat
Ik van hem hou? dat ik hem on-
Waardig ben? in mij twijfel voel ik me
— Zelfs als we elkaars onzin bepraten —
Lelijk, geïrriteerd, en knap spits, een snuggere
Rakker, als die ene afschuwelijke vogel over de witte
Nijl.

            Maar het gedicht is enkel dit
Spreken over wat onzegbaar is
Tegen de persoon van wie ik het horen wil.
Het subtiele maakt me slaperig; de kamer doet
Duister aan, zo koud, zo eenzaam, hier is
Niemand.Ik zal het licht aan doen.

Ik wou dat ik kon gaan
Op reis, op een lange lange lange reis
Naar daar waar het leven eenvoudig en degelijk is, niet
Te veeleisend.

Nee! op het rijtuig, Morgen, zal ik die man gaan ontmoeten.
Die man, zijn handdruk was mijn geluk.

Reacties