4 gedichten van Jazra Khaleed (Vertaling)

WOORDEN

Ik heb geen vaderland
Ik leef in woorden
die zwart gekleed gaan
En gegijzeld zijn
Mustapha Khayati, kun je me horen?
De zetel van de macht is in taal
Waar de politie patrouilleert
Weg met poëziekringen!
Weg met poëzielaureaten!
In mijn wijk worden maagdelijke dichters geofferd
Rappers met stoffige ogen en baggy broeken
Verhandelen rijm aan kinderen die woorden snuiven
Vallen en weer recht krabbelen: de kunst van de dichter
Jean Genet, kun je me horen?
Mijn woorden zijn dakloos
Ze slapen op de banken van het Klafthmonosplein
Gedekt met IKEA-karton
Mijn woorden spreken niet op het nieuws
Ze gaan iedere nacht uit hosselen
Mijn woorden zijn proletarisch, slaven net als mij
Dag in dag uit werken ze in sweatshops
Ik zeg: weg met treurzangen
Ik zeg: weg met werkwoorden die aan omstanders behoren
Ik heb nood aan een nieuwe taal, geen gepimp
Ik wacht op een revolutie die mij zal uitvinden
Hongerig naar de taal van klassenstrijd
Een taal die opstand heeft geproefd
Ik zal het scheppen!
Ach, wat een arrogantie
Ok, ik ga nu
Maar kijk: in mijn gezicht breekt de ochtend van een nieuwe poëzie aan
Geen woord wordt achtergelaten, geen woord nog gegijzeld
Ik zoek een nieuwe weg.


ZELFPORTRET

Geluk klopte vanochtend op mijn raam
Diamanten rond haar nek
Ik keek de andere kant op
Keerde haar mijn rug toe
Sprak harde woorden
Nee, voor haar rekening wordt ik geen moordenaar

Elke ochtend eet ik pijn bij mijn cornflakes
Elke ochtend stel ik mijn geestelijke gezondheid op de proef
Ik wil in een zomer veranderen
Naakt op een strand lopen
Bewonderd door iedereen

God is een waardige kameraad
Hij bidt voor me
Neemt deel aan mijn lichaam
Drinkt van mijn bloed
Soms zit hij aan mijn voeten
Ik ga met mijn vingers door zijn haar

Zorg, zorgen, medeleven betekent niks voor mij
Elke zondag lees ik lijkredes in kerken
Sorry maar ik werk niet op aanvraag
Wanneer ik het woord vrede hoor
Slaap ik met een geweer onder mijn kussen

Jazra Khaleed is mijn naam
Een heilige hoer
Een bastaard-dichter
Een strijder soms, meestal een lafaard
Ik weet wie ik ben
Ik heb het bloed van elke eervolle familie besmeurd
Ik heb met elke talkshow presentatrice geslapen
Vergelijkingen zijn mijn forte
Ik heb vloeken verzameld van elke vervloekte dichter

Toon me een vrouw en ik bezwanger haar
Of een zon en ik verduister ze
Geef me een vaderland en ik verraad het
Vermoord zijn tiran
Ontmasker zijn president
Boek me in het circus
Van een internationaal poëziefestival
Scheld me uit, spuug op me, en ik zal mezelf kruisigen voor jullie plezier
Leer me vreemde talen en blind typen
Dwing me kranten te lezen en televisie te kijken
Leer me flirten en vleierij
Ook dichters moeten op een of andere manier nuttig zijn

Ik schrijf in naam van alle zwervers, blootsvoetse behoeftigen,
De allerlaatsten
Terwijl ik de stoep oprol en kots buiten cafés
Dit is het gewoon waard want

Ik ben een belofte die niemand zal houden


GRIEKSE DEMOCRATIE

Ik ben een verneukte Moslim
Vuist, voet, lul
Nee, ik zal niet naar mijn vaderland terugkeren
(Ik heb er geen)
Ik ben groot gevaarlijk afval
miasmatisch
Ik behoor tot geen enkele beschaving
Wat aan mij bederft je land?
—mijn kleur of mijn tanden?
Mijn borst is een eiland van immigranten
gedumpt door de rottende boten
Mijn rug is het niemandsland van burgeroorlog
De rebellen sijpelen van tussen mijn ribben.
Dokters, omhult met een beschermlaag politie,
verstoppen elk lek met een teenlabel
Ik ben de kosmogenese van een geheel nieuw soort syfilis
terwijl ze hun veiligheidspropaganda verder verspreiden
De wijkcomités zenden RSVPs naar hun pogroms
Lonen kelderen
Aannemers consumeren
De rest verandert snel van zender
De bloednatte handen
van lieve gevoelige mensen
klampen vast aan 50 cent-flesjes angst
hun gedeponeerde lichamen accumuleren interest in bankkluizen
Het imperialisme van de bourgeoisie is kleingeestig

Ik ben een verneukte moslim
Vuist, voet, lul
In dit land
verkrachten ze migranten
verbranden ze dichters
De bijl van de Griekse democratie
                        hakt, hakt, hakt
In het licht van jouw ogen,
en het vlammende zwaard van Pallas
Jij zal duizend jaar leven
ongeschonden in daad en woord



ZWARTE LIPPEN

Luister
Jij die op mijn eenzaamheid kauwt
met je TV aan
Jij die elke ochtend mijn begrafenis bijwoont
om een kaars te branden
Luister
Ik zal een werkwoord in je ogen rijden
Ik zal een beat in je borstkassen planten

Ik heb geen cent in mijn hart
of epitafen en een vlotte babbel verborgen in mijn zak
Ik verspreid schoonheid op betonnen straten
Ik dip mijn handen in dichtersbloed
Ik schrijf alles in kaliber 9 mm
Er is niemand voor mij om respect te betuigen
Een 21 jaar oude Moslim punk
Ik draag geen verantwoordelijkheid
Ik spit woorden aan 120 BPM

Jij man in de straat!
Jij deelt de liefde op per millimeter
Koopt liefde met kredietkaarten
Toetert over je verdiensten
Aan je scherm download je erecties
Geen van jullie kan mijn  lichaam raken
Ik kleur elke nacht mijn lippen zwart

Luister naar me, jij die door mijn verliezen bladert!
Jij wil dat ik een rechte lijn ben, een man en geen jongen
Jij wil dat ik een goed getailleerd jasje ben
Vriendelijk en politiek
Jij bind mijn armen om handen te bekijken
Je probeert me deze wereld in te rammen
Kun je, zoals ik,
woorden in daden veranderen?
Kunnen jullie de lente in jullie magen meedragen?
Branden zonder as?

Kom, laat me je menselijk maken,
jij, Edelachtbare, die schuld uit je baard wrijft
jij, gerenommeerd journalist, die de dood promoot
jij, filantropische dame, die kinderen aait zonder te buigen
en jij die dit gedicht leest, je vinger likt —
Jullie allen aan wie ik mijn lichaam ter kniebuiging aanbiedt
Geloof me
op een dag zal je me als Christus aanbidden

Het spijt me meneer —
Ik onderhandel niet met woordenboekhouders
met kunstcritici die uit mijn hand eten
Je mag, als je wil, mijn voeten wassen
Neem het niet persoonlijk

Waarom zou ik nood hebben aan kogels als zoveel woorden
                        bereid zijn te sterven voor mij?

Reacties