ik wil niet zoeken, ik wil gewoon een groepsgesprek.



het was in gent
aan de hoek
van de rozier
en de st pieter-
nieuwstraat
liep ik, daar
bij de nieuwbouw
alleen en met
gespitste
schrik om land en macht
dalende temperatuur
;zag dan
een man
met een intelligent gezicht
een vrouw
slaan
met elke seconde zag ik
gloednieuwe bloeduitstorting
vernedering, kras en snee
op haar
evenzeer intelligente gezicht
aangroeien
als de groep gewekte omstanders
–ongecoördineerd weerklonk een sirene—
de vrouw keek op
en getroffen door medeplicht
kromde ik mijn donkere wenkbrauwen
in bochten
om iets als tederheid
of afschuw uit te drukken
terwijl ik
& omstanders
met de angstvallige precisie
van een staatshoofd
 in gevaar
dit incident / gebeuren  / moment
voorval / fenomeen / beeld
verder, in zijn afmattend contrast,
overzagen
nam iemand een foto?
werd dit opgemerkt?
meer omstanders
hielden halt,
snelden langs,
lieten kreetjes uit
hoe doelbewust was de man
hoe ongenadig
onderging de vrouw
terwijl op hun gezichten
iets flikkerde
dat ik als
sereniteit
meende te herkennen
de gemoedsrust
van een vuist die doel treft
de gedachte, als een arm op de rug gewrongen
te  moeten bevechten wat je liefhebt
maar een gevecht is
een onbeperkt gebeuren
want als een brok wasemde de stank
van bloed, angst en urine op
en brak mijn neus, wak in ijs
over de diepte van het verlies
dat zich voltrok
is een gevecht een golf, een geloof?
liefde en haat waaiert
van man en vrouw uit
als stuifmeel
en overladen naderde ik
noemde hem vader
noemde haar moeder
groeide op in hun wonden
gloeide
en werd een onleesbare vindplaats
voor het vertrouwen
dat verloren ging
barok en geamuseerd
hielden we elkaar
als angstvallige
naakte lichamen
warm en eindelijk
in leven

Reacties